Nederlands
Duits

Ouders basisonderwijs

  • Welke hulp geeft een school?

    De hulp die kinderen nodig hebben, varieert. Van hulp bij het plannen tot een speciaal gemaakte stoel. Er zijn twee soorten hulp die scholen kunnen bieden:

    • Basisondersteuning
      De hulp die scholen bieden bij problemen die regelmatig voorkomen, noem je basisondersteuning. Het gaat dan bijvoorbeeld om lees- of rekenproblemen.
    • Extra ondersteuning
      Geeft een school meer dan de basisondersteuning, dan heet dat extra ondersteuning. In het schoolondersteuningsprofiel staat beschreven welke hulp een school precies geeft.
  • Hoe weet de school welke hulp mijn kind nodig heeft?
    De school overlegt met de ouders over de hulp die een kind nodig heeft. Als het kind al op de school zit, gebruikt de school ook de informatie van leerkrachten. Daarnaast kan er informatie worden opgevraagd bij zorgverleners, een vorige school of de kinderopvang. Om informatie van buiten de school op te vragen, moet de school eerst toestemming vragen aan de ouders.
  • Hoe werk ik goed samen met school?
    Goede samenwerking tussen school en ouders is belangrijk om de juiste hulp te kunnen geven aan een kind. Vertel in de gesprekken met school wat jij en je kind van de ondersteuning verwachten. Stel vragen als dingen je niet duidelijk zijn. En zorg dat afspraken op papier staan of per e-mail worden bevestigd. Zo kun je later precies terugvinden wat is afgesproken.
  • Hoe bereid ik mij voor op een gesprek met school?
    Nodigt de school je uit voor een gesprek? Vraag dan wat precies het doel is van het gesprek. Bedenk vóór het gesprek goed wat je zelf wilt bespreken. Waar je je zorgen over maakt en wat juist goed gaat. Het is handig om dit voor jezelf op te schrijven. Je mag altijd iemand die jij vertrouwt meenemen naar een gesprek. Dit kan de andere ouder zijn, maar ook iemand anders die jouw kind goed kent. Of een hulpverlener van jouw kind.
  • Wat is een schoolondersteuningsprofiel?
    Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) is een document waarin staat welke ondersteuning de school kan geven. De school moet elke vier jaar een nieuw schoolondersteuningsprofiel maken. Je vindt het in de schoolgids of op de website van de school.
  • Wat is een ondersteuningsplan?
    In een ondersteuningsplan staan de afspraken die een samenwerkingsverband maakt over extra ondersteuning. De scholen binnen dit samenwerkingsverband werken op basis van dit ondersteuningsplan samen aan passend onderwijs voor alle kinderen in deze regio.
  • Is een diagnose nodig voor (extra) hulp?
    Nee, een diagnose is meestal niet nodig om extra hulp van school te krijgen. Er zijn wel uitzonderingen: om extra tijd te krijgen bij een toets is de diagnose dyslexie bijvoorbeeld wel nodig.
  • Hoe praat ik met school over extra hulp/ondersteuning?

    Wanneer de school denkt dat een kind extra hulp nodig heeft, zijn er gesprekken met de ouders. Die gesprekken zijn met mensen van de school, zoals de intern begeleider (IB’er) of de leerkracht, en met andere deskundigen. Bijvoorbeeld een psycholoog, jeugdarts of logopedist. Die gesprekken noem je ook wel multidisciplinair overleg (mdo). Ouders mogen altijd bij een mdo zijn. Het kan ook goed zijn als het kind bij (een deel van) het overleg is. Daarnaast mogen ouders ook zelf iemand meenemen naar het overleg. Het is handig dit van tevoren aan de school te laten weten. Soms wil de school dat bij een mdo ook een zorgverlener van de gemeente aanwezig is. Of een jeugdarts of leerplichtambtenaar (lpa). De school vraagt daar toestemming voor aan de ouders.

    In de gesprekken kun je altijd vragen waarom de school bepaalde onderzoeken of ondersteuning nodig vindt. Vertel vooral ook wat volgens jou en je kind het beste is. Het is belangrijk dat kind, ouders en school het met elkaar eens zijn over de extra hulp en ondersteuning

  • Hoe praat ik met school over zorgen over mijn kind?
    Bespreek de zorgen die je hebt in eerste instantie met de leerkracht van je kind. Je kunt hiervoor een afspraak maken. Bij het maken van een afspraak vertel je alvast kort waarover je wilt praten. Behalve met de leerkracht kun je contact opnemen met de intern begeleider (IB’er). Die zorgt er op school voor dat kinderen extra hulp krijgen. Ook met de intern begeleider kun je je zorgen bespreken.
  • Wie houdt zich op school bezig met extra hulp en passend onderwijs?
    Op school houden met name de leerkracht, de intern begeleider en de remedial teacher zich bezig met passend onderwijs en extra ondersteuning. De leerkracht kan als eerste zien dat een kind extra hulp nodig heeft. De intern begeleider coördineert de leerlingenzorg.
  • Wat als de school niet voldoende extra ondersteuning kan geven?
    Soms lukt het een school niet om de extra hulp te geven die een kind nodig heeft. De school kan zichzelf dan handelingsverlegen noemen. De school praat vervolgens met de ouders over hoe het verder moet. Het kan zijn dat een kind tijdelijk niet (elke dag) naar school kan. Goed om te weten: de zorgplicht geldt nog steeds. De school kan een leerling pas uitschrijven als er een andere school is gevonden die beter past. Voordat een school zich handelingsverlegen kan noemen, moet er altijd een ontwikkelingsperspectief (OPP) zijn. In dat OPP moet duidelijk worden dat het kind beter geholpen kan worden op een andere school. Ouders en school moeten het daar met elkaar over eens zijn.
  • Wat betekent handelingsverlegen?
    Als het een school niet lukt om genoeg goede hulp te bieden aan een kind, is de school handelingsverlegen. Voordat een school zich handelingsverlegen kan noemen, moet er altijd een ontwikkelingsperspectief (OPP) zijn. Bovendien geldt nog altijd de zorgplicht. De school kan een leerling pas uitschrijven als een andere school is gevonden die beter past.